De programmaleider is verantwoordelijk voor de beleidsmatige coördinatie tussen de verschillende (deel)projecten die binnen één programma vallen en die worden uitgevoerd op verschillende locaties (bijvoorbeeld een stadsvernieuwingsproject). De projectleider is verantwoordelijk voor het behalen van het gestelde projectresultaat binnen de gestelde randvoorwaarden (zoals het bouwen van een bepaalde wijk binnen het stadsdeel). Tevens is de projectleider medeverantwoordelijk voor de operationele coördinatie kantoorruimte huren amsterdam tussen projecten binnen één programma. De locatiemanager is verantwoordelijk voor de operationele coördinatie tussen projecten binnen één locatie of vestiging (bijvoorbeeld de elektrische installaties binnen een woning). Zijn verantwoordelijkheid is gericht op een doelmatige inzet van mensen en middelen op de locatie.
ten behoeve van opdrachtgevers relatief gestandaardiseerde projecten gestandaardiseerde projecten worden uitgevoerd. Het project bestaat hierbij uit een aantal volgtijdelijke activiteiten, zoals een definitiefase, een ontwerpfase, een voorbereidingsfase, een realisatiefase en een onderhoudsfase. Bij de aanvang van een nieuwe fase wordt het project steeds doorgegeven aan een andere afdeling (zie figuur 9.21). Met dit model wordt bereikt dat per fase voor specialistische inzet wordt gezorgd, terwijl er van een dubbele gezagsverhouding geen sprake is. Het nadeel voor de opdrachtgever kan kantoorruimte huren eindhoven zijn dat hij met verschillende managers wordt geconfronteerd die ieder voor een deel verantwoordelijk zijn voor het project. Advies Redenen waarom projecten mislukken! Men wil te veel tegelijk; het ontbreekt aan nauwkeurig omschreven begrenzingen. Het projectmanagement is te veel geconcentreerd op de administratie van de voortgang in plaats van op de projectdoelstellingen. Binnen het project worden te veel gebruiken en gewoonten uit de normale organisatieafdeling gehanteerd, terwijl een project uniek is en om nieuwe aanpak vraagt. Het ontbreekt aan draagvlak bij betrokkenen voor het beoogde doel. Het project is te complex of te groot, waardoor het overzicht en de grip ontbreken. De topleiding steunt het project niet op cruciale momenten. Er is een onvoldoende duidelijk geformuleerde uitgangssituatie. De samenstelling van het projectteam is niet goed.