De taken en bevoegdheden van de Staten-Generaal kunnen als volgt worden gerubriceerd: a medewetgever; b controleorgaan van de regering.
Om deze taken te kunnen uitoefenen is aan de Staten-Generaal een aantal bevoegdheden toegekend, soms alleen aan de Tweede Kamer, soms aan de Eerste Kamer, soms aan beide Kamers.
Ad a Medewetgever Wetsvoorstellen worden gewoonlijk bij de Staten-Generaal ingediend door de regering. Beide Kamers der Staten-Generaal moeten met de wetsvoorstellen van de regering instemmen, wil uiteindelijk sprake kunnen zijn van een rechtsgeldige wet. Naast de regering heeft in art. 82 Gw ook de Tweede Kamer het recht gekregen om wetsvoorstellen in te dienen. Dit noemt men het recht van initiatief
Ook heeft de Tweede Kamer in art. 84 Gw het recht gekregen om wijzigingen aan te brengen in wetsvoorstellen die door de regering zijn ingediend. Dit noemt met het recht van amendement. Dit recht, dat in 1848 in de Grondwet is vergaderruimte amsterdam opgenomen, heeft de invloed van de Staten-Generaal op de wetgeving sterk vergroot. Als de Tweede Kamer onoverkomelijke bezwaren heeft tegen een onderdeel van een wetsvoorstel en het ingrijpend amendeert, neemt de regering soms het voorstel terug om een gewijzigd voorstel in te dienen. De Eerste Kamer beschikt niet over het recht van amendement. Indien de Eerste Kamer bezwaren heeft tegen een wetsontwerp, kan deze Kamer het ontwerp slechts in zijn geheel verwerpen. Niettemin kan de regering in de Eerste Kamer zodanige toezeggingen doen dat de Eerste Kamer overstag gaat en het wetsvoorstel toch aanvaardt.
36 2 Staatsrecht algemeen
Tot de rechten van het parlement als medewetgever wordt traditioneel ook het budgetrecht gerekend. Dit is het recht van het parlement om mee te werken aan de jaarlijkse begroting van uitgaven van de staat. Deze begroting wordt vastgesteld bij wet, volgens de procedure die in subparagraaf 2.3.1 wordt beschreven. De begroting vermeldt de maximumbedragen die door de regering voor de gestelde doelen kunnen worden uitgegeven. De begroting is geen wetgeving in die zin dat het daarbij gaat om algemeen verbindende voorschriften. Het is met andere woorden een formele wet, die niet ook een materiële wet is.
Ad b Controleorgaan van de regering Als controleorgaan van de regering beschikken de Staten-Generaal onder meer over de bevoegdheid om een interpellatie te houden. Dit recht is geregeld in art. 68 Gw:
‘De ministers en de staatssecretarissen geven de Kamers elk afzonderlijk en in verenigde vergadering mondeling of schriftelijk de door één of meer leden verlangde inlichtingen waarvan het verstrekken niet in strijd is met het belang van de staat.’